Categorie archieven: Uncategorized

Klokken van hoop

Het was woensdag, vroeg in de avond. De Zaan was van zilver. Ik zat tussen de deuren van mijn Frans balkon in de zon, die al laag boven de bomen aan de overkant stond.
Ergens begon een klok te luiden, traag en zwaar. Een hogere, snellere sloot zich erbij aan, en nog een, er zo’n beetje tussenin, als in het verhaal van de drie beertje die in het huis woonden waar Goudhaartje in slaap viel.
Het rimpelloze water droeg de klanken naar me toe en ineens was ik in het huis van mijn jeugd, tegenover de kerk waar wij niet kwamen, maar waar ik als vijftien-, zestienjarige weleens ben geweest, waarschijnlijk omdat ik een tijdje deelnam aan de discussieavonden voor jongeren die de vrijdenkende dominee bij hem thuis organiseerde en nieuwsgierig was naar wat hij daar bij ons aan de overkant deed.

Op zondagochtend, als de kerkklok aankondigde dat de dienst zou gaan beginnen, spoedden wij ons niet de straat op, maar lieten de hond buiten.
Joep, onze slordige zwartharige middenslag poedel, wierp achter ons huis de kop in de nek en jankte, gezeten op zijn achterpoten, mee met de klok. Wij stonden voor het raam en wachtten. Vol overgave huilde de hond, met steeds langere uithalen en grootsere gebaren, tot hij achterover viel.
Binnen vielen wij, de drie kinderen, om van het lachen.

Het beeld van het hondje vervaagde. Er klonken kinderstemmen op straat. Even maar. Het is zo stil deze dagen. Is dit een eerbetoon? Ik heb er niet over gelezen.
Klokken van hoop en troost, zie ik op internet wanneer de laatste klanken zijn weggedreven. Ze hebben een kwartier geluid.



Vanavond om zeven uur klinken ze weer. Ik doe de deuren open. Het is te koud om daartussen in de zon te zitten.
De Zaan weerspiegelt de groentinten van de bomen langs de kant. Lag er een week geleden niet alleen een suggestie van beginnend blad over de takken? De waas van groen is uitgebarsten tot nieuw loof.

We mogen niet naar buiten, behalve als het nodig is en dan nog zonder hoest of nies. Geen druppeltjes verspreiden. Niet naar buiten, waar de meeuwen krijsend wolken boven het water.
Er is geen mens in het plantsoen. Zelfs de jongeren die vorige week nog samen op het bankje zaten, met z’n vieren naast elkaar, lijken nu weg te blijven. Misschien is het te koud, misschien is de anderhalve meter ook in hun systeem gekropen.

Het zomerse gevoel is verdwenen met de westenwind.
Ik zit nu zes weken in quarantaine. Alleen thuis, ziek in tijden van corona.
Klokken van hoop, denk ik terwijl ik de deuren sluit. Ze troosten me niet.

ETPRS16 – impressie van een conferentie

Hoe vaker je naar een TPRS-bijeenkomst gaat, of het nu een losse workshop, een verdiepingsdag of een conferentie is, hoe meer de nieuwe bijeenkomst de vorm aanneemt van een reünie.
Logisch natuurlijk, maar opvallend is wel, zoals Kirstin* eerder opmerkte, hoe snel je vrienden maakt in deze kringen.

Zet allemaal bevlogen TPRS-docenten bij elkaar en de vriendschappen komen op als de bekende paddenstoelen.
Er sluiten zich bovendien steeds nieuwe mensen aan, want TPRS is als een virus: het verspreidt zich snel.

opening-etprs16
Begin van de TPRS-conferentie

Tel hier een aantal gastsprekers en –docenten** bij op die hun sporen verdiend hebben in de TPRS en van wie je als deelnemer maar al te graag (nog een keer) een les of workshop wil bijwonen, en het recept voor een geslaagde conferentie is geboren.

Want geslaagd wás de ETPRS16, de eerste Noord-Europese TPRS-conferentie, die op 7 en 8 oktober plaatsvond in het Vathorst College in Amersfoort.

Twee dagen lang konden de deelnemende docenten lessen aan ‘echte’ leerlingen bijwonen en workshops volgen waarin diverse TPRS-technieken werden uitgediept.
Het programma was vol en gevarieerd. Enthousiasme en inspiratie voerden de boventoon. Uit de lokalen klonken lachsalvo’s – en overal zag je stralende gezichten.

Om te beginnen woonde ik twee NT2-lessen bij die Angela Napolowski gaf aan een groep jongeren, vluchtelingen tussen 12 en 18 die nog niet lang in Nederland zijn. Wij docenten kregen het verzoek te inventariseren wat Angela deed om het Nederlands begrijpelijk te maken en te zorgen dat de leerlingen zich prettig voelden.

Angela gebruikt veel gebaren die de betekenis van woorden ondersteunen en is daar consequent in.
De leerlingen wisten welk gebaar ze zelf konden maken als ze iets niet begrepen en voelden zich zo te zien veilig genoeg om dat te gebruiken. Ze maakten een vrolijke, losse indruk en hielpen elkaar – sommige absolute beginners hadden helpers, relatief gevorderden die Angela daartoe had geïnstrueerd.

Het aanwijzen van de in verband met het verhaaltje gebruikte woorden met plaatjes op de woordenwand hielp verder om het te begrijpen.
Het ging over een jongen met roze haar die dieren leuk vond.
De acteur kreeg een roze pruik op, wat natuurlijk leidde tot hilariteit. Even later droeg ‘zijn moeder’ een blonde pruik, die de meiden in de groep zorgvuldig gingen draperen.

1-etprs16_angela
Angela en de jongen met het roze haar

Veel oogcontact met de kinderen, steeds een glimlach, high fives met elk kind dat iets zei of op een andere manier deelnam en het uitgebreid uitbeelden van sommige activiteiten (hardlopen bijvoorbeeld) droegen verder bij aan een goede sfeer en begrijpelijkheid. De leerlingen hadden plezier, er werd veel gelachen.
Het leek allemaal heel vertrouwd. Tot onze verbazing had Angela deze groep pas de vorige dag voor het eerst ontmoet.

Tijdens deze lessen maakte ik wat aantekeningen voor onze ‘opdracht’. Daarna liet ik het analyseren los om – geheel in lijn met hoe TPRS bedoeld is te werken – alleen nog maar te absorberen.

Ik woonde workshops bij over lezen en embedded reading van Laurie Clarcq en Michele Whaley en heb me verbaasd over het feit dat ik, zonder enige voorkennis van het Russisch, na anderhalf uur in staat bleek een stukje in die taal te lezen.

2-etprs16_laurie_michele
Laurie Clarq en Michele Whaley

Zo werkt dat dus. Door het zelf te ervaren wordt des te duidelijker hoe effectief TPRS kan zijn. Nu heb ik het natuurlijk wel over twee reuzen in het vak, die samen nog eens meer dan 1+1=2 zijn ook.

Het was natuurlijk een buitenkans om Susan Gross aan het werk te zien met TPR (Total Physical Response, niet te verwarren met TPRS, Teaching Proficiency through Reading and Storytelling).
Ongelofelijk, wat een dynamiek en energie. Van begin tot eind fascinerend.

3-etprs16_susan-2
Susan Gross

Omdat ik, geïnspireerd door de lessen van Margarita Pérez García tijdens de Agen Workshop (de TPRS-conferentie van een week in Zuid-Frankrijk, deze zomer), een poging doe om wat Spaans te leren met ‘El capibara con botas’ van Mira Canion, was het extra leuk om Margarita aan het werk te zien met de capibara.

5_etprs16_el_capibara
Met de capibara. Foto Margarita

Margarita vertelde en wij verstonden haar van begin tot eind. Rosana hielp haar door het vertelde hoofdstukje te lezen terwijl wij meelazen.
De leerlingen van het Vathorst College die deze dagen het klasje Spaans vormden waren enthousiast.
De toeschouwers waren dat niet minder.

6_etprs16_margarita
Rosana leest voor. Foto Kirsten Verpaalen

Tot besluit nam ik deel aan de workshop gebarentaal, ‘De kracht van gebaren’ van Tom Uittenboogert, die daarmee een wereld voor ons opende.

En toen kwam de grote man van de comprehensible input, Stephen Krashen himself
Een betere uitsmijter kan je je niet wensen.
‘Wat een spreker is die man!’

7-etprs16-stephen_krashen
Stephen Krashen. Foto Carmen Meester

Het waren lange, inspirerende dagen die eens te meer bevestigden dat TPRS werkt, en dat iedere TPRS-docent op grond van de basistechnieken een eigen stijl ontwikkelt. Ook daarom is de uitwisseling zo zinvol en enthousiasmerend.

TPRS is volop in beweging. Over twee jaar komt er een vervolg, een ETPRS18. Dan zijn er vast nog veel meer deelnemers, want zoals gezegd: TPRS is een virus en het verspreidt zich snel.
Een prettiger aandoening kan ik me niet voorstellen; we worden er allemaal gelukkiger van.

© Annemieke Woudt

* Kirstin Plante, TPRS Academy

** Gastdocenten en sprekers: Susan Gross, Laurie Clarcq, Michele Whaley, Charlotte Dincher, Kathrin Shechtman, Jason Bond, Margarita Pérez Garcia, haar assistente Rosana Navarro, Tom Uittenboogert, Kirstin Plante, Iris Maas, Angela Napolowski en organisator Alike Last.
Met een afsluitende toespraak van Stephen Krashen.

Zie ook de website van het TPRS-Platform, van de TPRS Academy en Taalleermethoden van Alike Last

Dirk Witte

Vanmiddag werd in de Theatersalon van het Zaantheater de dubbel-cd van Dirk Witte gepresenteerd.
Alle 33 liedjes die Zaandammer Dirk Witte ooit schreef, ergens in het begin van de twintigste eeuw, staan erop.  Bijna vier weken geleden zijn ze opgenomen in het Zaantheater, op een maandag- en dinsdagavond.

Dirk Witte, cd

Die eerste avond was ik erbij. Er waren een heleboel zangers en zangeressen, want ieder liedje werd door een ander vertolkt. Zo had Co Rol, die alle liedjes bij elkaar sprokkelde, dat bedacht.
Freek de Jonge zong Het wijnglas, theatermaker Bruun Kuijt, die vandaag met programmeur Kim Muller de Theatersalon presenteerde, bracht M’n eerste ten gehore en Ferry Heijne van De Kift zong samen met zijn dochter Inez De peren. Ik ga ze niet allemaal noemen. Anouk van der Laan was erbij, net als Janiek Vreeken, twee Zaanse meisjes die vandaag ook weer ‘hun’ liedje zongen.

Het was een mooie avond, die werd afgesloten met het lied van Dirk Witte dat waarschijnlijk het bekendst is: Mensch, durf te leven. Alle draadjes komen daarin bij elkaar, voor mijn gevoel. Huub van der Lubbe zong het, alleen begeleid door pianist Johan Hoogeboom, die beide avonden alle liedjes begeleidde en dat vandaag ook weer deed. Dat was gebruikelijk in de tijd van Witte, zang  en piano. Zijn liedjes werden toen overigens uitgevoerd door Jean-Louis Pisuisse.
Ik vond een heel andere uitvoering van Huub van der Lubbe, met het Metropole Orkest, op YouTube. Die kan je hier zien.

Vanmiddag sloten we de Theatersalon af met dit lied en de hele zaal zong mee. Het was machtig. En de tekst is nog even waar en actueel als toen.

Mensch durf te leven_2

Drukkerij Heijnis & Schipper in Zaandijk, ooit de drukkerij van mijn vader Klaas, nu alweer vele jaren onder de bezielende leiding van Maurice en Marjolein Lensink, drukte er vorig jaar een poster van. Het zal voor de uitreiking van de Dirk Witte Prijs 2014 geweest zijn, tijdens de Avond van het Kleinkunstlied. Die prijs ging toen naar Jeroen Zijlstra, die er vanmiddag ook bij was en een lied zingt op de cd.

Mensch durf te leven_1

Zaandammer Dirk Witte schreef liedjes – tekst en muziek – over benepenheid en onderdrukking, zo komt het mij voor, en roept op om vooral voor jezelf na te denken en de consequentie daarvan te trekken.

Ik heb het liedje vaak voor mijn vader gezongen toen hij in het verpleeghuis woonde omdat hij aan het dementeren was – altijd blij als we kwamen, altijd in voor een liedje. Tekst erbij, want ik ben niet zo tekstvast. Geweldig vond hij dat, want hij kwam weliswaar niet meer uit zijn woorden en kon de tekst ook niet meer lezen, zijn gevoel voor wat goed was, voor schoonheid (en dan heb ik het niet over mijn zangkunst), raakte hij niet kwijt.

Dirk Witte kende ik sinds mijn jeugd, dankzij mijn vader, die een fervent verzamelaar van cabaret was. We groeiden er zogezegd mee op.

Over Dirk Witte valt veel te zeggen. Dat ga ik niet doen. Co Rol heeft een boekje over hem geschreven: En nu een gewoon Hollandsch liedje – leven en werken van Dirk Witte (1885-1932), een uitgave van de Stichting Vrienden van het Zaantheater. Vormgeving en druk: Heijnis & Schipper Drukkerij BV, Zaandijk. Een hebbedingetje.
Vader Klaas zou er blij mee zijn.

Dirk Witte, Co Rol

© Annemieke Woudt

Op de Zaan

We gingen varen op de Zaan. De boot was groot en we voeren niet langs ons oude huis in Zaandijk, maar langs mijn nieuwe in Zaandam.

IMG_4102

Het gevoel was niet veel anders. Zoals vaker als ik op het water ben, was ik weer even terug in mijn zeilbootje. Meer dan vijftig jaar terug in de tijd. Bij Zaandijk, achter het huis van mijn jeugd.

IMG_9490 (2)

Ik schreef er ooit een stukje over voor het krantje van de Zaanse Kinderboekenmarkt, die elk jaar op de Zaanse Schans wordt gehouden. In welk jaar dat was weet ik niet meer, maar het ging zo:

Zaans meisje

Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bevaren?
Men vindt er molens bij de vleet,
En rijke molenaren;
Maar wie de slanke dochters ziet,
Denkt aan de dikke molens niet.

Uit: Zaans Liedeke, Nicolaas Beets (1814-1903)

Er zeilt een bootje over de Zaan. Er zit een meisje in. Haar door de zon gebleekte vlechtjes dansen in de wind. Bij De Os, de molen zonder wieken, is ze naar de overkant komen varen, de vaargeul over: daar is de Zaan breed en het zicht goed. Doelbewust stuurt ze haar bootje langs het riet, voorbij molen De Kat, naar de Zaanse Schans.

IMG_9533

Het is maar een klein bootje, met één enkel zeil. Het meisje is ook niet zo groot. Als ze haar vriendinnetje meeneemt, is het bootje vol en dat is toch maar een tenger kind. Maar nu is ze alleen en heeft ze alle ruimte om de helmstok van het roer van zich af te duwen en door de wind te gaan. Van de Julianabrug terug naar De Kat en draai. Heen en weer en nog een keer.

Op de kant klikken camera’s van toeristen terwijl zij mijmert over landen die ze kent uit kinderboeken. Waar blauwe bergen met besneeuwde toppen tot boven de wolken reiken, of zinderende zandvlaktes zich uitstrekken zonder een spoor van water. Waar mensen in blokhutten wonen of in tenten of een kasteel, en mannen leren broeken dragen of een jurk. Waar de toeristen hun vakantiefoto’s zullen laten zien en misschien in een album zullen plakken.

‘Kijk,’ zullen ze zeggen. ‘Daar bij die molens wonen de mensen in groene houten huisjes. Ze hebben klederdracht aan en ze lopen op klompen. Maar niet allemaal.’ Dan laten ze een foto van de Gortershoek zien, met zijn schitterende gevarieerde huizen, tegenover de Zaanse Schans.

Op de voorgrond zeilt een bootje over de Zaan. Er zit een meisje in. Ze heeft een doodgewoon bloesje aan en zo te zien een korte broek. Haar blote voeten staan achteloos tegen de rand van haar piraatje. Ze kijkt niet in de camera, ze ziet iets wat zíj alleen ziet, met verre ogen en een glimlach die haar gezicht doet glanzen. Het is zomer, jaren zestig. Ze is tien.

© Annemieke Woudt