Muzikaal prentenboek

Wij hebben een prentenboek gemaakt. Dat komt zo. Mijn vriend Hans is musicus. Vroeger was hij de mandolinespeler van het Nieuw Ensemble, tegenwoordig speelt hij country, Siciliaanse volksmuziek en mediterrane muziek in een band en twee duo’s. En hij bewerkt klassieke stukken voor mandoline en gitaar. Kinderszenen bijvoorbeeld.

Robert Schumann componeerde in 1838 onder die verzamelnaam dertien deeltjes voor piano: muzikale schetsen van kinderen. Aan zijn toen nog toekomstige echtgenote, de pianiste Clara Wieck, schijnt hij geschreven te hebben dat hij naar haar zeggen soms net een kind leek en dat haar woorden hem op het idee voor deze stukjes hadden gebracht, maar daar wil ik af wezen; voor het doen van stellige uitspraken over Robert en Clara heb ik niet genoeg gelezen.

Hans bewerkte de pianomuziek dus voor mandoline en gitaar. Het resultaat nam hij op met een bevriende gitarist, ook een Hans – zij vormen samen al jaren het duo Troubadeux. Een volgende stap leek te leiden naar het maken van een cd, maar was dat wel zo’n goed idee? Een boekje met een cd erin misschien? Maar wie speelt er tegenwoordig nog cd’s af? Wij misschien, en de opa’s en oma’s die de muziek aan hun kleinkinderen zouden kunnen laten horen – maar ouders van nu?

Zo ontstond het idee om er een prentenboek met QR-codes van te maken. Hans vroeg Mieke om illustraties te maken en mij om versjes te schrijven bij de dertien deeltjes. Dat deed ik in het ritme van de muziek, zodat met name de wat minder snelle stukken ook te zingen zijn.

Ik heb een leerling die haar baby meeneemt naar de (privé)lessen NT2, Nederlands als Tweede Taal. Haar liet ik via zo’n QR-code het eerste deeltje van Kinderszenen horen: Van vreemde landen en mensen. De baby is inmiddels bijna tien maanden oud. Ze verstilde in haar spel, zittend in het kampeerbedje met babyboekjes en knuffels, zette grote ogen op en strekte haar handjes uit naar de telefoon toen die stil was geworden. ‘De muziek tinkelt als een speeldoosje,’ zei ik tegen haar moeder. Die verstond dat. Ze hebben thuis zo’n speeldoosje.

Daarna ben ik een beetje gaan lezen over de relatie tussen muziek en taalverwerving. En ik was mijn ouders weer eens dankbaar, want ritme en muziek werden ons kinderen met de bekende paplepel ingegoten. Rijmpjes en versjes uit de oude doos, met tekeningen van (o.a.) Jan Sluijters  –  ik kan er nog steeds een heleboel moeiteloos opzeggen.  ‘Hansje knipperdolletje, die zat laatst aan de dijk’ en ‘Er gingen eens drie oude wijfjes over een zwik zwak bruggetje.’ Veel van die versjes zijn ook te zingen. ‘Jan Huygen in de ton’ en ‘Kom laten we nog eens zingen van Lorretje de hond, die liep er met de kousjes de kamer in het rond.’ Terwijl ik eraan denk, zie ik mijn vader ineens met mijn zoon, toen een baby van een paar maanden, met kleine ritmische stapjes door de woonkamer lopen, in mijn geboortehuis in Zaandijk, zachtjes zingend. Zo geven we dat door. Zo zal mijn achtergrond geleid hebben tot deze versjes bij de kinderscènes van Schumann. Over kinderen, voor kinderen en ten diepste voor het kind in mezelf.

Robert Schumann, Kinderszenen opus 15 op mandoline en gitaar
Kinderscènes in muziek, woord en beeld                                         
© Tekst: Annemieke Woudt
© Illustraties en cover: Mieke Wildenburg-Oudhuis
Muziek: Robert Schumann
© Bewerking voor mandoline en gitaar: Hans Wesseling
Uitvoering muziek:
Hans Wesseling – mandoline
Hans van Gelderen – gitaar
ISBN: 978-94-650-9484-7
Uitgeverij Boekscout Soest
Eerste druk © 2024

Nederlands voor anderstaligen